Onder Vlamingen is het een begrip: de Leiestreek ten zuidwesten van Gent. De Leie is een sterk meanderende rivier die na elke bocht een nieuw uitzicht biedt – op schilderachtige dorpjes waar het goed eten en drinken is, op heen en weer varende pontjes, en op fraaie buitenhuizen. Zo’n rivier die smeekt om een boottochtje.
Tekst Tineke Zwijgers Foto’s Dorien Koppenberg
We komen op een zonnige middag aan in Gent en vertrekken er meteen. Dat zullen slechts weinig toeristen doen, maar die weten dan ook niet wat voor een prachtig, romantisch en groen gebied er aan de stad grenst: de Leiestreek. ‘Het mooiste stuk van de oude Leie vind je al meteen tussen Gent en Deinze,’ wijst schipper Gwen Vanhove van bootverhuurder Booot aan op de kaart van het gebied. ‘Dat kun je tijdens een tochtje van drie uur goeddeels wel bevaren.’ Hij geeft nog een fles bruiswater en twee glazen mee (‘Wijn mag ook!’) en duwt de sloep met een ferme zwiep van de kant af. ‘Genieten maar.’
De gouden rivier
De Leie ontspringt in Noord-Frankrijk en mondt 202 kilometer verder bij Gent uit in de Schelde. Haar bijnaam, de Gouden Rivier, dankt ze aan de vlasindustrie in Kortrijk. Die werd groot dankzij het kalk- en ijzervrije water van de Leie, dat het in het water geweekte vlas een gouden glans gaf. Een groot deel van de rivier werd ooit rechtgetrokken voor de scheepvaart. Het laatste deel, vanaf het plaatsje Deinze, heeft haar oorspronkelijke meanders behouden en is een van de fraaiste riviergebieden van België.
Kriebelen bij de pont
We varen onder een brug door en slaan rechtsaf. Linksaf kunnen we in tien minuten aanleggen bij de megapopulaire Gras- en Korenlei, maar dat doen wij dus niet. Historisch Gent maakt al snel plaats voor een lommerrijke buitenwijk en na het oversteken van de Ringvaart varen we het weidse groen in. Het is heerlijk weer en op het jaagpad wordt enthousiast gefietst, gewandeld, gevist en gepicknickt.
Op het terras van het Kriebelmuitse aan de Leie kijken gasten tevreden hoe het veerpontje eindeloos heen en weer vaart. Een enkeling neemt een duik en wij nemen eindeloos veel foto’s van het uitzicht, dat na elke bocht toch weer net een beetje anders is. Dit is het goede Vlaamse leven, zoals we dat kennen van oude prenten en schilderijen. Met onze fluistermotor en een snelheidsbegrenzing van negen kilometer per uur is dat leven nog heerlijk stil ook.
Van heilig huisje naar tempelhof
De dauw ligt nog op het gazon als we de volgende ochtend de tuin betreden van Auberge du Pêcheur. Rechts van ons verdwijnt de Leie inmiddels vertrouwd in een bocht uit het zicht en in de verte zien we half achter de bomen de roze gevel van Kasteel Ooidonk. Vlak voor ons vliegt een grutto op uit een wild en bloemrijk weiland. ‘Grutto, rutto, rutto…’ Bestaat er een mooier vogelgeluid?
Van zoveel schoonheid zou je verheven gevoelens krijgen. Dit is dan vast ook geen toeval: als we na het ontbijt op het jaagpad langs de rivier gaan wandelen, vertrekken we vanaf een voormalig restaurant met de naam ’t Heilig Huizeken en vinden we onszelf verderop terug op een bankje tegenover een boerderij met de naam Tempelhof. Die staat in Sint-Martens-Latem, het kunstdorp van de regio. Rond de vorige eeuwwisseling vestigde zich hier een groep schilders en dichters, onder wie Constant Permeke en Karel van de Woestijne, die zich lieten inspireren door de romantische natuur. Er zijn hier maar liefst drie kunstmusea te bezoeken, maar die slaan we vandaag over. We kijken liever rechtstreeks naar al het moois van de Leiestreek.
Praktisch
Bij Booot huur je een elektrische sloep (maximaal vijf personen) vanaf 70 euro voor twee uur. Op diverse plaatsen kun je direct aan de Leie logeren, zoals bij Auberge du Pêcheur in Sint-Martens-Latem (vanaf 89 euro). Meer informatie over wandel- en fietsroutes in de Leiestreek vind je op ons wandelblog, www.toerisme-leiestreek.be en op www.tov.be.
Tineke Zwijgers (journalist) en Dorien Koppenberg (fotograaf) maken reisreportages en reisgidsen. Ook hebben ze een wandelsite: www.wandelingen.info.