José Iping en Karin Swanenberg zijn wel wat gewend. Maar hoogwater in januari én het kappen van een wilgenbos tegenover hen maakte het niet minder spannend. Aan VLOT vertellen ze over hun avonturen.
Tekst & foto’s José Iping & Karin Swanenberg
Hoogwater, januari 2018. De stand bij Lobith: 14,61 meter. Eng? Jaren terug overleefden we 15,65 meter. Zodra het stijgende Waalwater vanaf 12,75 meter over de landtong stroomt die ons scheidt van de rivier, voelen we op de Strang in Leeuwen sterke stromingen, golfslag van de beroepsvaart en wind. Een woelige ketel oersoep: hoe hoger, hoe wilder. Kolkende bewegingen doen onze ark dreunend stuiteren. Bij 15,65 meter vielen er boeken uit de kast. Beneden in de betonnen bak was de herrie absoluut intimiderend. Een buurwoonschip ligt met stalen kokers – zonder rubberen voering – om stalen sputpalen. IJselijk geklepper hield ons toen nachtenlang wakker.
Twee grote veranderingen volgden: hoogwatermaatregelen van Ruimte voor de Rivier én RWS kapte het wilgenbos tegenover ons, midden in de hoogwaterstroombaan. Ongehinderd klappen water en wind na een kilometerslange aanloop nu pal op onze ark. Een straffe noordooster voorspeld… We vreesden de komende watervloed.
Maar het valt mee! Door veranderde stromingen blijft heftig gestuiter uit. Het burengeklepper is draaglijk. Nu alleen nog droge voeten. Het einde van onze loopbrug staat blank. Met zakken grind en smalle loopplanken bouwen we een oversteek. Griezelig balanceren, maar droog en tijdig op je werk.
We vergeten het drijvende terras aan de buitenkant, zó letten we op de wal. Die vlonder heeft een uitsparing van twee bij twee meter met daarin een watertuin (na enkele jaren studie veroverd op de Waal, die ondegelijk werk direct sloopt). Plantenmandjes in de hoeken vastgeketend, drijvende plantenbakjes, decoratief hout.
Kleine misrekening: de enorme hoeveelheden drijfhout, losgewoeld door de vloed. Bomen, takken en scheepsladingen priegelhoutjes! Onder de vlonder geduwd door de stroming en in de watertuin opgestuwd tot een dikke laag drab, die – verhard door de vorst – onze plantenmandjes loswrikt. Ruim vier kuipen prut scheppen we weg. De stroom houtjes houdt wekenlang aan. Die Waal, altijd weer laten zien wie de baas is.
José Iping en Karin Swanenberg wonen op hun woonboot Mirakel in Beneden-Leeuwen.