Aan de Onderlangs in Arnhem doen ze niet aan gemiddelden. Het water staat er af en toe bijzonder hoog – en nu ongelooflijk laag.
Tekst & foto’s Renate Meijer
Recht tegenover het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem liggen 31 woonboten aan de oever van de Rijn. Meestal schommelen ze flink door het scheepvaartverkeer en de cruiseschepen uit Duitsland; nu liggen ze doodstil. Op de bodem. Het water staat hier vaker laag, maar deze keer is het wel heel extreem. De laagste waterstand tot nu toe was 30 centimeter hoger dan nu.
Onderlangs, zo heet de straat waar de woonboten liggen, net als het park aan de oever van de Rijn. Het park ligt gedeeltelijk tegen de stuwwal en de straat Onderlangs loopt daar, je raadt het al, onderlangs. In 1838 werd de Onderlangs van kribben voorzien en opgehoogd. Die kribben werden aangelegd om de stuwwal te beschermen, maar de rivier stroomt er ook beter door door, en de vaargeul blijft diep.
Sommige bewoners zijn hier geboren en wonen hier al veertig of vijftig jaar. Kinderen van beroeps- en beurtschippers – die legden hun woonboten hier gewoon neer. Zonder rechten en plichten, gewoon zoals dat toen ging. Tegenwoordig heb je maar liefst drie vergunningen en twee contracten nodig om hier te kunnen wonen, maar toch is het allemaal perfect geregeld. Alle woonboten zitten in het bestemmingsplan en er is goed contact tussen de gemeente en de bewonersvereniging.
Op zoek naar avontuur
Jan-Duurt Bosch en Laura Tammeling hebben een dubbellaags woonboot van 17 bij 8 meter. Ze kwamen van de wal en kochten hem in de zomer van 2010, op zoek naar avontuur. Ze werden op hun wenken bediend: in november van dat jaar sneeuwde het flink in Duitsland, en toen die sneeuw was gesmolten en het daarna ook nog flink ging regenen, lag hun boot in februari uitzonderlijk hoog. De kribben waren zelfs niet meer te zien. Het water stond slechts een paar treden onder de ingang van het bijgebouw op de wal, een kantoor waar onder andere een mooie vleugel in staat: Laura is musicus en geeft zangles.
Jan-Duurt is al met pensioen, maar verveelt zich nooit. Hij heeft een oud marinesloepje uit de jaren zestig gestript, compleet nieuw opgebouwd en elektrisch gemaakt. Afgelopen zomer ging het bootje eindelijk te water. ‘Het waterpeil was al aan de lage kant,’ vertelt Jan-Duurt, ‘maar toen hij klaar was wilden we tóch even varen. Na welgeteld 3 meter liep hij vast.’ En hij ligt er nog steeds.
Scheuren en vaatwasserproblemen
Als ik verder langs de Onderlangs wandel, zie ik een boot zó scheef liggen dat ik er bijna duizelig van word – maar niemand in de krib klaagt over het lage water. ‘We vinden de sores juist leuk,’ zegt Jan-Duurt. ‘Je woont hier alleen als je water- en natuurliefhebber bent. Dit hoort er gewoon bij. Oké, het is nu wel heel extreem, maar ach, we redden ons best.’
Ik zie een man van een onderzoeksbureau met een peilstok. Bodemonderzoek, want er moet gebaggerd worden om te zorgen voor meer diepgang in de kribben. De meeste schade ontstaat nu namelijk doordat de boten scheef komen te liggen: ze hangen aan de walkant aan de kransen en de ophanging buigt mee. Grote glasoppervlakken knappen, en afhankelijk van de bouw ontstaan er her en der scheuren in de muren. Dat brengt allerlei kleine ongemakken met zich mee. Bij een paar boten verderop is de vaatwasser uit de keuken gehaald; die staat nu tijdelijk op een andere plek.
Golfslag van de cruiseschepen
Recht voor m’n neus vaart een schip over de Rijn voorbij. Hij brengt een paar golfjes water in de krib, maar die verdwijnen weer als het stalen gevaarte voorbij is. Bij hoog water is dat anders. In overleg met Rijkswaterstaat is er in heel Europa daarom een bericht uitgegaan dat de cruiseschepen langzamer moeten varen op dit stuk van de Rijn, om de enorme golfslag te voorkomen. Dat helpt. ‘Maar af en toe gaat het alsnog te hard. Dan roep ik de schepen zelf op, met mijn marifoon,’ zegt Jan-Duurt. ‘Het is vaak geen onwil, maar ze houden simpelweg geen rekening met die bootjes achter de krib.’
Geert van Capellen en zijn buren zijn de laatste boten van het rijtje – en die drijven nog. Het waterpeil telt hier nog zo’n 70 centimeter. Geert heeft in juli met zijn partner deze oude boot gekocht en is bezig met nieuwbouwplannen, maar hij is blij dat hij er eerst is gaan wonen. Nu kan hij bijvoorbeeld weloverwogen kiezen voor staal of beton.
Ik ging er eigenlijk van uit dat alle boten hier een stalen casco zouden hebben. Betonnen casco’s zijn immers niet gemaakt om droog te vallen – de kans bestaat dat ze in tweeën breken als ze haaks komen te liggen. Maar de angst dat dat gebeurt, hebben de buren van Geert blijkbaar niet. Vanuit de veronderstelling dat zij in dit uiterste puntje van de krib vrijwel nooit helemaal droogvallen, hebben ze een aantal jaar geleden een nieuwe woonark gekocht. Met betonnen casco.
Goed voor de beenspieren
Als ik terugwandel naar de auto, tref ik Anita Verheij. Ze woont samen met haar partner op een prachtige nieuwe woonboot aan het begin van de krib. Tijdens de bouw hebben ze een eigen oplossing bedacht voor het waterstandprobleem: ze hebben vier palen geslagen waarop twee dwarsbalken liggen. Daar zijn dikke stroken rubber op bevestigd van het soort dat ook gebruikt wordt in sluizen. Bij extreem laag water komt het complete stalen casco op deze stellage te liggen, waterpas en schadevrij. Voor hen is het dus geen enkel probleem om een aantal maanden droog te liggen. En goed voor de beenspieren, want de loopbrug is best steil.
Over wat er allemaal gaat gebeuren als de gemeente in de toekomst gaat baggeren, maakt Anita zich nu nog geen zorgen. Waterbewoners zijn wat die instelling betreft misschien best over één kam te scheren.
Woon je ook op een bijzondere plek? Mail naar redactie@vlotmagazine.nl.