In de nieuwe VLOT hebben we zóveel nieuws te melden dat het nummer binnen no time overvol zat. Daarom plaatsen we het lezersverhaal van Perry Eijs dit keer online – want ook dat is eigenlijk te leuk om het jullie te onthouden. Het fysieke nummer ligt komende week in je brievenbus.
Tekst Perry Eijs
Mijn leven op het water begon in de hete zomer van 1975, toen ik werd geboren op een klein arkje van drie bij twaalf. Dat arkje lag tussen twintig andere kleine arkjes in een zijtak van rivier de Gouwe in Zuid-Holland. Mijn ouders hadden het net gekocht en noemden het Vita Nova: nieuw leven.
Dat nieuwe leven was ik, en ik groeide op in een warm en vrijgevochten kunstenaarsgezin. Mijn vader was kunstschilder en maakte zijn schilderijen in een klein hoekje van de huiskamer, die daardoor helemaal naar olieverf rook. Een gas- en rioolaansluiting hadden we nog niet, dus we kookten en douchten met behulp van gasflessen. In de winter vond ik mijn favoriete plek bij de kleine petroleumkachel, die het arkje nét warm kon houden. IJsbloemen op de ramen, bevroren dekens als ik ’s morgens wakker werd.
Nog meer nieuw leven
Na ongeveer zeven jaar kwam er nog meer nieuw leven op Vita Nova: mijn broertje werd geboren. Vier mensen en een hond op een arkje van drie bij twaalf. Zwemmen, ravotten in de moerassige dijk – alles kon en (bijna) alles mocht.
Maar ons leven op het water had ook een keerzijde. Op driehonderd meter van de woonark kwam mijn vader om bij een tragisch ongeval op en in het water. Ons leven veranderde; mijn moeder en broertje verhuisden naar de wal, en ik mocht kiezen of ik meeging of op het water wilde blijven.
Kamperen op het water
Ik koos voor het water en was ineens kapitein van mijn eigen schip. Dat ging met vallen en opstaan: de waterleidingen bevroren regelmatig, de kelder liep meer dan eens onder, en dan was er ook nog dat jacht vol vakantiegangers dat op een vroege morgen in aanvaring kwam met Vita Nova. Het verlangen naar meer comfort groeide.
Tot ik op een dag mijn vrouw Yvette tegenkwam. Ze kwam van de wal en moest dus even wennen aan mijn gekampeer op het water, maar na een tijdje bouwden we samen met wat buurtbewoners een eigen ark. Net als de vorige ark noemden we haar Vita Nova, maar anders dan de vorige ark kreeg ze centrale verwarming, het nodige comfort en wat meer ruimte.
Net het leven zelf
Al snel kwam er weer nieuw leven in Vita Nova, in de vorm van een eerste dochter, Sophie, en zeven jaar later een tweede, Livia. Waterwonen met jonge kinderen blijkt de nodige aandacht te vergen: hekjes bouwen, zwemvestjes aan en opletten of er niet eentje het water in wandelt. Mooi om te zien dat ons nieuwe leven net zo geniet van de vrijheid die wonen op het water met zich meebrengt als ik dat doe.
Wonen op water is net het leven zelf: elke dag is anders. Het kan stormen, waardoor je uit balans wiebelt, maar voor je het weet lig je weer lekker ontspannen aan het water in de zon. Ook ik heb die balans na 44 jaar gevonden. Ondanks mijn lichamelijke aandoening (fibromyalgie) weet ik na al die jaren hoe de zeilen van de boot gehesen dienen te worden. Daarnaast run ik run een yoga- en mindfulness-studio en schrijf ik regelmatig blogs op levensechtwel.nl.
Verlangen naar de wal
Of ik ook de komende 44 jaar op het water blijf wonen, dat weet ik nog niet zeker – ergens is en blijft er een verlangen naar de wal. Misschien zal deze kapitein zijn schip ooit een keer verankeren in rustigere wateren en zijn schip verlaten. Je kunt de golven van het leven immers niet stoppen, maar je kunt er wel op leren drijven.