Arno Koningstein en Boen Tan zijn de trotse eigenaren van salonboot Prins van Oranje, waarop ze niet alleen werken, maar ook wonen.
Toen Boen en Arno elkaar in 1996 ontmoeten, hadden ze het binnen no time over varen en klassieke boten. Al gauw zwichtten ze voor de Kornuit, een bakdeksalonkruiser met koffer die ze overnamen van de Amsterdamse vaarschool Magister Maritiem. Bij scheepswerf Bierenbroodspot knapten ze de kruiser op, en als Arno voor zijn werk met klanten uit eten ging, organiseerde hij dat steeds vaker op de Kornuit. De culinaire invulling verzorgde Boen, en na een aantal vaarten begon het tot de twee door te dringen: ze wilden van hun hobby werk maken. Arno als schipper, en Boen als chef-kok.
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
In 2003 schaften Boen en Arno hun eerste salonboot aan, en inmiddels zijn hun namen bijna synoniem voor deze bijzondere schepen. Ze zijn bovendien de enige salonbootreders die ook op een salonboot wónen: de Prins van Oranje. In 2010 kwam Arno het bijzondere schip bij toeval te koop tegen op internet, maar de vraagprijs lag boven budget. Gelukkig stond de boot twee jaar later door de crisis nog steeds te koop, en belde de eigenaresse de heren met de vraag of ze nog steeds interesse hadden. De rest is geschiedenis.
Een droom die uitkwam
De Prins van Oranje werd in 1908 gebouwd in opdracht van beurtvaartrederij Alkmaar Packet, met een capaciteit van maar liefst 1400 passagiers. Het schip, dat werd aangedreven door een stoommachine van 400 pk, is 52 meter lang en telt dekken voor de eerste, de tweede en derde klasse. Vanaf 1908 voer het lijndiensten tussen Amsterdam Centraal en Alkmaar, via de Zaan en het Noordhollandsch Kanaal. Treinen naar Alkmaar waren er nog niet, dus de reders werkten nauw samen met de NS.
Tekst gaat verder onder de afbeeldingen.
In 1950 stopte Alkmaar Packet en werd de Prins van Oranje omgebouwd voor riviercruises naar Duitsland. In 1995 belandde het weer in Amsterdam, waar het werd omgebouwd tot een luxe partyschip, en zeventien jaar later kwam het in handen van Arno en Boen. Wat voor hen de doorslag gaf bij de koop, was dat er een woonontheffing op het schip zat. Dat was voor de mannen een droom die uitkwam: niet meer in de file staan naar je werk, maar op je werk wónen, tussen water en wolkenpartijen.
In ere hersteld
Toen Boen en Arno de Prins van Oranje kochten, was het interieur flink verouderd en moest er ingrijpend verbouwd worden. Maar al vanaf dag één wisten ze dat ze de stijl uit de bouwperiode van het schip in ere wilden herstellen – dus dat is precies wat ze deden. Ze namen het van kop tot kont onder handen en decoreerden de salons met kroonluchters, gordijnen, deuren met geslepen glas, chesterfields, fauteuils, een vleugel en een piano. Het resultaat liegt er niet om: zet een voet aan boord van het schip en je waant je direct aan het begin van de vorige eeuw.
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
In 2012 hebben de mannen hun grachtenpand verruild voor de Prins van Oranje en trokken ze het schip bij hun rederij Cruise With Us, waarmee ze op maat gemaakte privécruises aanbieden. Waar de meeste mensen hun woning en werk graag gescheiden houden, zien Arno en Boen door hun passie voor het water juist alleen maar voordelen aan deze combinatie. Omdat ze dagelijks op het schip aanwezig zijn, weten ze bijvoorbeeld heel zeker dat het veilig is, en omdat ze er zelf makkelijk op en af moeten kunnen, is het ook goed bereikbaar voor klanten en leveranciers.
Culinair tintje
Dankzij het flexibele interieur is de salonboot multi-inzetbaar, van vergaderingen en trainingen tot jubilea, prijsuitreikingen, modeshows en productpresentaties die al varend door het hele land kunnen plaatsvinden. Het bovendek is zelfs een keer gebruikt als autoshowroom, waarbij de wagens door het schuifdak naar binnen kwamen. Daarnaast is de Prins van Oranje een officiële trouwlocatie, en kun je er ook qua catering alle kanten op: een ontbijt, brunch, lunch, high tea, borrelhap, buffet, diner – Boen en Arno zijn overal voor in. Dankzij hen is de Prins van Oranje eindelijk weer een begrip op het Amsterdamse water geworden. Maar dan nu met een culinair tintje.