Casco’s van woonboten zijn van beton of staal. Meer smaken had je tot voor kort niet. Maar er is iets nieuws in cascoland: composiet. Wat is dat precies? En is het een goed alternatief? We vragen het bouwer Balance d’eau.

Composiet bestaat uit verschillende glasvezelversterkte kunststoffen. Glasvezel is een haardunne vezel van glas die wordt gebruikt bij het verstevigen van allerlei producten, zoals hengels, remblokken en ski’s. Het materiaal dat zo ontstaat, wordt composiet genoemd. En dat is, net als beton en staal, bestand tegen allerlei krachten waartegen een drijvende woning bestand moet zijn: drukkracht, trekkracht en schuifspanning.

De treksterkte van composiet is vergelijkbaar met die van staal en aluminium. Daardoor ontstaan er geen scheuren in het materiaal. De levensduur is vergelijkbaar met die van beton. Niet voor niets geeft de bouwer dertig jaar garantie op het casco: net als beton roest composiet niet, zelfs niet onder zware chemische condities. En omdat het gladder is dan beton, is er bovendien minder sprake van aangroei.

Composiet

Verschil in productie en gewicht

Voor een waterwoning wordt composiet met een mal gemaakt in een productiehal. De losse elementen, van elk een centimeter dik (ter vergelijking: de meeste betonwanden hebben een dikte van rond de vijftien centimeter), worden op locatie verlijmd tot een waterdichte bak, waarin vervolgens een staalconstructie wordt geplaatst. Voor de opbouw werken de bouwers net als op betonnen casco’s met houtskeletbouw met een hoge isolatiewaarde, conform de eisen van het Bouwbesluit. Om het zwaartepunt zo laag mogelijk te krijgen, wordt in het casco een flinke laag beton aangebracht. Dit gewicht zorgt voor balans en stabiliteit.

Vooral voor ligplaatsen die niet aan een bevaarbare route liggen, is composiet een uitkomst. Het materiaal is weliswaar duurder dan beton, maar omdat een composietbak veel lichter is dan een betonnen bak, is het transport over de weg eenvoudiger en een stuk minder prijzig. Voor de beeldvorming: een composietbak van acht bij tien meter weegt ongeveer vijfduizend kilo, en daar komt dan nog een staalconstructie van tienduizend kilo bij. Een betonnen bak van hetzelfde formaat weegt al snel zestigduizend kilo – dus vier keer zo veel.

Composiet

Toegegeven: in veel gevallen is beton waarschijnlijk een betaalbaardere optie. Maar in sommige situaties is composiet wel degelijk een goed alternatief. Als je bijvoorbeeld wilt bouwen met een niet-standaard maatvoering, als de bereikbaarheid slecht is, of als je netto iets meer ruimte wilt overhouden, is dit bijzondere materiaal zeker het overwegen waard.