Een ontmoeting met Reinier Sijpkens (57) betekent meer dan alleen een serenade ontvangen. Plezierig veel meer. Want naast muzikale ontroering krijg je een paar prachtige filosofische inzichten cadeau.
Tekst Corine Nijenhuis Foto’s Marlise Steeman
Het is elf minuten voor één als Notendop aan komt varen. Het bootje is een kleurig stipje in de schaduw die de Westertoren over het donkere water van de gracht werpt. Wanneer de grote wijzer van de kerkklok de tien bedekt, klinkt er een trompetstoot. Het is het begin van een serenade door het carillon van de Amsterdamse Westerkerk en het miniatuurkerkorgel op het muziekbootje dat eronder drijft. Wanneer de één een melodie begint, maakt de ander die af. Ook de trompet bemoeit zich ermee. Evenals een grote zeeschelp.
Om de muzikale hofmakerij af te sluiten, vraagt Reinier Sijpkens de hulp van het toegestroomde publiek. Na een driewerf ‘ahoy’ gaat boven in de Westertoren, in de wijzerplaat van de klok, een luikje open. Daar wuift de beiaardier van het kerkcarillon met een grote zakdoek een groet naar het publiek langs het water. En naar Reinier, die met zijn Notendop nog een ererondje draait.
Hopen op een zoen
Dat bootje, dat is waar de meeste toeschouwers Reinier van kennen. Dat kleine notendopje, gemaakt uit één plaat hout, zodat het makkelijk te water kan én per auto vervoerd. Beschilderd met taferelen die ons Hollands cultuurgoed verbeelden, uitgerust met een speciaal gemaakt ronddraaiend kerkorgel. Al kwam dat instrument er pas later bij. ‘Want dit bootje is eigenlijk een bootje om een vrouw mee te versieren. Een klein zitje, aan elke kant, een tafeltje met een kaars ertussen. Onder de brug steek je het vlammetje aan. En dan hoop je op een zoen.’
Maar het orgeltje nam de plaats van het tafeltje in en Notendop werd een onderdeel van de performance die Reinier bij voorkeur naast lege bruggen geeft. Een performance waarbij muziek een middel is om mensen te verbinden. Door het brengen van een serenade, bijvoorbeeld. Dat idee ontstond toen hij, kortstondig, op een woonboot in een Amsterdamse gracht woonde. Daar voeren regelmatig rondvaartboten langs. ‘Ik zag zo’n rondvaartboot als een bus. Ik dacht: ik maak iets voor de passagiers. Een kort stuk, daarna varen ze verder.’
Helaas hebben rondvaartboten geen tijd. En dus viel Reiniers oog op de bruggen. Lege bruggen. ‘Ik zie een brug als een balkon. Dat vult zich met publiek voor de balkonscène met serenade die ik hen breng.’ Na afloop heft hij bruggeld met een klomp aan een hengel. Al is dat geld bijzaak. Omdat Reinier speelt om in zijn element te zijn. ‘Als je in je element bent, ben je eigen. Dat vind ik een groot goed. Het zoeken naar je bestemming, om vervolgens tot ontplooiing te komen.’ Het is een doel dat vaak voorbijgeschoten wordt door mensen die vooral bezig zijn met geld verdienen. Voor Reinier is ontwikkeling belangrijker. ‘Veel projecten knagen aan me. Dan wil ik kijken of ik het kan. Ongeacht of er geld mee verdiend kan worden.’
Tekst gaat verder onder de foto.
Reinier Sijpkens in zijn Notendop.
Boeken op straat
Eenvoudig om zijn levensfilosofie te ontdekken en die te volgen, was het niet. Hoewel hij als kind al optrad in boerenschuren, deed Reinier toch een studie rechten. Maar zodra hij afgestudeerd was, zette hij de boeken letterlijk op straat om bevrijd te zijn. Om te leren wat hij echt wilde leren. ‘Ik deed dat door te dóén. Al was het soms moeilijk – ik leefde telkens van mijn laatste geld.’ Hij ging veel op reis, om op te treden in andere culturen. Te werken met kinderen; een programma met mime, dans, schilderen en muziek. Om uit te zoeken of kinderen in diverse werelddelen hetzelfde reageren op dezelfde elementen om het pure plezier boven te halen. ‘Het werd een verslaving. Ik wilde het overal doen, ook op plekken waar de omstandigheden gevaarlijk waren. Of extreem arm.’ Al vindt hij de armoede vooral groot in het rijke, verwende Westen. ‘We hunkeren naar saamhorigheid. Daarom word ik omarmd. Omdat mijn performance mensen verbindt.’
Intussen is Reinier ook in het buitenland een veel gevraagd performer. ‘In Parijs speel ik met een Russische artiest die oorspronkelijk met Cirque du Soleil optrad. Daar ben ik de acrobaat, gaat het meer om de dans op het water dan om wat ik speel.’ Terwijl het in Italië juist om de muziek gaat: ‘Voor een vioolserenade in Cremona, de stad van de vioolbouwers, ontwikkelden we een heel klein orgeltje dat op een viool past.’
Grenzen breken
Alle instrumenten van Reinier worden gemaakt door Henk Smit, een gepensioneerd architect. Zoals een orgeltje met rond-volume, het geluid alle kanten op, waarop Reinier op het water zacht kan spelen. Dat leidt tot ontroering, en dat is het hoogste doel: mensen raken in het hart. Vooral met Notendop lukt dat vaak: ‘Omdat het ontwapenend is, zo’n klein bootje. En veilig. De mensen kijken van boven op mij neer; ik speel ze toe.’
Al verbindt hij ook graag mensen op een andere wijze. Door ze met elkaar te laten dansen, bijvoorbeeld. ‘Ik vroeg me af hoe je Nederlanders die elkaar niet kennen een walsje kunt laten maken.’ Hij sloot ze op in een klein tentje, zonder persoonlijke ruimte. ‘En dan direct losgaan met de muziek. Dan ben ik een katalysator in een snelkookpan.’ De titel van het project doet zijn naam eer aan: De ontmoeting. ‘Je breekt grenzen. Er zijn mooie huwelijken uit voortgekomen.’
Voor Reinier Sijpkens zit het leven vol magische momenten. Een serenade spelen terwijl er op gehoorafstand juist iemand blijkt te zijn overleden. Een zwaan die maandenlang meezwemt met Notendop omdat er eenzelfde dier op geschilderd is. Het lijkt misschien toeval, maar dat is het niet. ‘Als je dit werk doet en je staat open, dan dient de wereld zich vanzelf aan.’