Precies tussen Nemo en het Scheepvaartmuseum in Amsterdam ligt het Oosterdok, met daarin de Museumhaven en maar liefst twintig authentiek varende woonschepen.

Tekst Renate Meijer

Van oorsprong was het Oosterdok een drukbezochte zeehaven – tot in de jaren zestig van de vorige eeuw de IJtunnel werd aangelegd. Het gebied verloor binnen korte tijd zijn economische functie en kreeg een alternatieve bestemming: het werd een soort nieuwe entree van de stad. Zo hield het verleden toch een beetje stand.

In 1984 zocht een groepje bewoners van historische binnenvaartschepen een geschikte liglocatie. Ze besloten aan te meren op de lege plek bij de oostelijke IJtunnelpier. Een soort kraakactie dus. De gemeente gedoogde het en legaliseerde de haven later zelfs in het bestemmingsplan. De Museumhaven Amsterdam was geboren: varende monumenten te midden van een bijzondere verzameling historische gebouwen en moderne architectuur.

terplekke6

Het imposante Scheepvaartmuseum, gevestigd in een prachtig monumentaal pand uit 1656, laat via exposities zien hoe water werelden verbindt. Maar de levendigste expositie dobbert permanent aan de overkant. En verbindt alles.

Bekommerende buitenstaanders

Ik raak er aan de praat met Piet Dekker, eigenaar van Krommenie 1, het eerste schip als je vanaf ARCAM het autovrije gedeelte van de haven in loopt. Terwijl ik met Piet naast zijn schip sta te praten, stapt er een vrouw van de fiets. ‘Meneer, ik ruik een soort brandlucht halverwege de kade en ik zou niet willen dat er zo’n mooie ouwe boot in de brand vliegt.’ We gaan samen even kijken en concluderen loos alarm. Maar wat voelt dat fijn, dat zelfs buitenstaanders zich zo bekommeren om de varende monumenten van Amsterdam.

De schepen vormen een brede verzameling historie op rij. Van tjalk en klipper tot luxe-motor en sleepboot. Bij elke steiger staat een bordje met informatie over het schip. Bewoners komen en gaan. Een vrouw haalt de was van de lijn en een klein meisje, dat het buurmeisje blijkt te zijn, stapt vrolijk over de luikenkappen en door het gangboord. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is. En dat is het voor hen ook. Dit is echt een dorp in de stad.

Vereniging Museumhaven Amsterdam

Piet vertelt over de Vereniging Museumhaven Amsterdam (VMA), die zich richt op historische bedrijfsvaartuigen van vijftig jaar en ouder. Verrassend detail: je hoeft niet per se in de Museumhaven te liggen om lid te worden van de vereniging. Sterker nog, je hoeft niet eens een boot te hebben. De vereniging telt honderdvijftig leden, terwijl er maar twintig schepen in de haven liggen.

terplekke ter plekke

Alle oude werfmachines in de Museumhaven zijn geschonken door de Amsterdamse werf Hindeloopen. Ook de slingerpons, van maar liefst 1500 kilo. Deze machine ponst gaten in staalplaten, waar vervolgens klinknagels doorheen kunnen worden gestoken.

De kerntaken van de VMA zijn restauratie, behoud, onderhoud en de presentatie van historische binnenvaartschepen. Daarnaast zorgt de vereniging ervoor dat het wonen voor iedereen prettig blijft en dat de taken verdeeld worden. Vier keer per jaar worden er havenwerkdagen georganiseerd. Dan maken de leden de haven schoon, repareren ze steigers die onderhoud nodig hebben en maken ze de werfmachines schoon en ze oliën ze die, want ze zijn nog altijd in gebruik. Aansluitend gaat iedereen aan de borrel. Ook aan de jaarlijkse Monumentendag doet de vereniging actief mee.

Honderdmeterschouw

Als ik vraag of elk oud schip als passant in deze haven mag afmeren, vertelt Piet dat het schip moet voldoen aan de zogenaamde honderdmeterschouw. Dat betekent dat het schip op het eerste gezicht moet voldoen aan de eisen van de oorspronkelijke staat. De havenmeester bepaalt – die woont op klipper De Verwisseling, en je kunt zo bij hem aan boord stappen.

Ter plekke

Naast het Scheepvaartmuseum ligt een replica van het VOC-schip De Amsterdam, dat al tijdens de eerste reis, begin 1749, verloren ging in een storm. Aan boord kun je een spectaculaire virtualrealitytijdreis maken.

Maar zelfs als varend monument krijg je niet zomaar een vast plekje in de haven. ‘Als je de boot verkoopt, moet hij de haven uit en komt de plek vrij. En als je doodgaat ook,’ zegt Piet lachend. ‘Dan mag de eerstvolgende boot op de wachtlijst afmeren. Zo willen we voorkomen dat de ligplaats een financiële waarde gaat vertegenwoordigen. Dit is geen verzameling schepen met een vaste, verkoopbare ligplaats – dit is een haven.’

Woon je ook op een bijzondere plek? Mail naar redactie@vlotmagazine.nl.