Het lijken bijna huizen aan het water, maar ze drijven wel degelijk, de watervilla’s in de Cattenbroekerplas in Woerden. Ze zijn gebouwd op een bijzondere, nieuwe manier: met casco’s van composiet.
Tekst Gonneke Bonting Foto’s Renate Meijer & Vicki Kurapka
Juist als het KNMI meldt dat ze de laagste temperaturen voor de tijd van het jaar ooit meten, ga ik kijken in de wijk Waterrijk in de gemeente Woerden, aan een straat met de zomerse, Italiaanse naam Meer van Lugano. Daar zijn achtereenvolgens vier wooneilanden aangelegd en aan het laatste eiland worden inmiddels tien drijvende watervilla’s bewoond. Twee zijn er nog in aanbouw.
Ijspegels en prefab
Er staat een snijdend koude en harde wind. De villa’s deinen op de golven van de Cattenbroekerplas – de ijspegels hangen aan de kozijnen en afmeerhouders. Door de ramen zie ik lampen boven de eethoeken heen en weer zwiepen. Alles ziet er strak en nieuw uit. Voor elke watervilla zijn twee gereserveerde parkeerplaatsen aangelegd, mét huisnummer. Een steiger voert naar de voordeuren van de villa’s, die zijn uitgevoerd met een grijs composieten casco met een spierwitte opbouw en een plat dak. Elke villa heeft een terras met een trap naar beneden, vanwaar je op een drijvend terras komt. Ik kan me voorstellen dat je er ’s zomers heerlijk met een glas wijn naar de watersporters en de ondergaande zon kunt zitten kijken.
Terwijl ik de rits van mijn jas nog wat hoger optrek, slenter ik verder langs de plas. Die is ontstaan door zandwinning voor de bouw van twee andere wijken en daarna in gebruik genomen voor recreatie. ’s Zomers wordt er druk gesurft, gezeild en gevaren met elektromotortjes, maar nu zijn de drijvende terrasjes van de watervilla’s leeg. Aan de overkant zie ik een strandje om de hond uit te laten, en even verderop de A12 en de A14. Die liggen op zeshonderd meter afstand, maar het geluid hoor ik niet.
Op de kavel waar wordt gebouwd, rukt de wind aan het dekzeil dat om de complete woning gespannen is. Normaliter worden waterwoningen op een werf gebouwd, en dan getransporteerd naar de locatie. Hier niet. Deze waterwoningen, van maar liefst tien bij twaalf meter, worden met prefab onderdelen op locatie in elkaar gezet. Omdat ik nieuwsgierig ben, loop ik de bouwplaats op. Een timmerman schuift bereidwillig een plaat opzij en dan sta ik midden in de villa – ik vermoed in de toekomstige woonkamer. Hoewel de villa op dezelfde manier wordt afgebouwd als een drijvende woning, heb ik toch het gevoel dat ik in een huis op de wal sta. Ik vermoed dat dat komt door de verrassende afmetingen. Anders dan de meeste woonarken voldoen deze waterwoningen namelijk aan de normen van het Bouwbesluit, waardoor ze heerlijk hoog zijn.
Toch wel erg leuk
Als ik even later bij een bewoonde watervilla aanbel, doet Elise open. Ze is zestien en wil me best even de woning laten zien. Ze woont er met haar ouders, broer, zus en hond Puck – en vanbinnen is-ie net zo luxe als de buitenkant doet vermoeden. Dat strookt met het gevoel dat ik in de villa in aanbouw had: dit is next level waterwonen. Toch was Elise niet gelijk verkocht. ‘We woonden op een eiland verderop, in een huis aan het water, en dat vond ik wel prima,’ zegt ze terwijl we de trap aflopen naar haar slaapkamer. ‘Van mij hoefde dat wonen op het water eerst niet zo nodig.’ Maar het varen met de opblaasbare eenhoorn in de zomer vindt ze toch wel erg leuk, en haar vrienden komen maar al te graag langs – al worden sommigen een beetje zeeziek als het zo hard waait als nu.
De samenstelling van de bewoners van de villa’s is een demografische dwarsdoorsnede van Nederland, vertelt bewoonster Vicki me. ‘Behalve het gezin met drie kinderen wonen er stellen zonder kinderen, starters en alleenstaanden.’ Zelf woont ze er sinds 2016, samen met haar partner Antonette, en net als de andere bewoners komen ze van de wal. ‘We konden kiezen uit verschillende typen woningen, wat vooral te maken had met het aantal slaapkamers en de grootte. En er waren een paar verlengingen mogelijk,’ legt Vicki uit.
Het resultaat is een villa die helemaal naar hun wens is. ‘Het fijnste is dat je altijd een vakantiegevoel hebt, zeker als de zon schijnt. Je staat dicht bij het weer en alles is mooi: mist, wind, zon, regen… Dat gevoel heb je veel minder in een gewoon huis. ’Vlak bij de villa’s, aan de rand van het meer, zit een Italiaans restaurant met de toepasselijke naam Edge. Het heeft een fijn terras en een nog beter uitzicht. Binnen zie ik de timmerman van vanmiddag samen met zijn collega’s genieten van een biertje. Ik denk dat ik maar aansluit.
Wil je meer weten over composieten casco’s? Lees dan het artikel Nieuwe bouwmethode: composiet. Woon je ook op een bijzondere plek? Mail naar redactie@vlotmagazine.nl.